Delen uit Neef Wim zijn Bestaan
Neef Wim mag graag een deuntje fluiten. Dan hebben anderen ook wat aan mijn goede humeur. Ik heb een stralende lach op de voorkant van mijn hoofd, daaraan kun je zien dat het wel goed zit met de stemming die zich in mijn schedel bevindt. Neef Wim wilde wel dat hij door bepaalde spieren samen te trekken ook aan de achterkant van zijn hoofd kon laten zien dat de stemming opperbest is. Hij vraagt wel eens aan Moe of haar iets opvalt aan de achterkant van zijn hoofd. Dan zegt Moeder steevast dat ze niks ziet en dat het haar niks kan schelen ook niet. Het fluiten stopt dan bijna vanzelf weer.
- Details
Soms heeft Neef geen goed humeur. Dat is vooral als zijn Juf of zijn Moeder het weer eens voorzien hebben op het overdragen van kennis die Neef Wim allang tot zijn beschikking heeft, bijvoorbeeld over de natuur, of een versnellingsbak. Als het weer eens zo ver is, kan Wim alleen maar een beetje brommen. Ik lijk wel een bromtoon met een lichaam eraan, denkt Wim dan. Komt de bromtoon uit het lichaam of is mijn lichaam een voortbrengsel van de bromtoon, een bijproduct, waar ik overigens alleen maar plezier aan beleef, want waar zou ik zijn zonder dat lichaam van mij? Dat denkt Wim.
- Details
Neef Wim moet vaak schrikken. Daar kan hij niets aan doen. Moeder ook niet. Sterker nog, zij is het vaak die de eerste schrikreacties bij Neef oproept, door bijvoorbeeld in een keer de kamer binnen te komen, in plaats van stukje bij beetje, dat Wim eerst de voorkant van zijn moeder ziet, even later pas het middenstuk en als het binnenkomen bijna klaar is, de rest van zijn Moeders goedgevulde lichaam. Als zij in een keer de kamer binnenkomt, is het alleen al door de onverwachte luchtverplaatsing heel even niet goed mogelijk adem te halen. Daar schrikt Neef van.
- Details
Neef heeft zijn ogen niet in zijn zak zitten als hij buiten is. Hij kijkt wel uit. 'Wie weet, vind ik iets op straat en zo niet, dan is er altijd wel een of ander landschap of stadsgezicht dat zich voor mijn ogen ontrolt als ik een beetje oplet. En zo'n landschap is best de moeite waard, of het nou in de bebouwde kom is of daarbuiten.' In het miezerige dorpje waar Neef woont met zijn Geweldige Moeder zijn het de gevels en de bakstenen die zich kunnen verheugen in Neefs belangstelling. Een landschap zonder bebouwing staat meestal vol gras of bomen of anders wel levende have. Een afgrond heeft Wim nog nooit gezien, dus hij vraagt zich af of hij dat nog eens zal meemaken. En wat hij daarover aan Moeder zou vertellen.
- Details
Pagina 1 van 6