Delen uit Neef Wim zijn Bestaan

Neef Wim houdt van kunst. Hij is maar al te vaak te vinden voor de deuren van het plaatselijke museumpje. Wat zich daarbinnen afspeelt is een groot raadsel voor onze Neef. Hij stelt zich voor dat er overal aan de muren gekleurde platen hangen met duidelijk herkenbare afbeeldingen van bijvoorbeeld paarden of een bos. Wim houdt van bos en van paarden, dus dan zit hij wel goed. Zelf heeft hij een keer een tekening van een stuk hout gemaakt. Moeder zei dat de tekening goed gelukt was maar dat hij meer op de tekening van een stuk hout leek dan op een stuk hout.
Neef Wim speelt graag met gedachten. Hij heeft er meestal een heleboel en vaak tegelijk. Dan denkt hij over de wielen van een oude auto, en waarom die veel harder lijken te bewegen dan de auto zelf, als de auto rijdt natuurlijk. Anders staat alles op dezelfde snelheid stil. Daar denkt Wim dan over na. En tussendoor misschien een stukje over een vreemde aardappel, met een toevallige vorm. Maar soms kan hij niks bedenken. Dan loopt het vast in zijn hoofd. Laatst liep hij zo snel mogelijk rondjes door hun kleine voortuin, terwijl hij gedachten probeerde te bedenken over de vissen van het bos. Het lukte niet. Of het kwam door de snelle rondjes of iets anders, Neef kwam niet verder.

Neef Wim rolt ook vaak zijn broekspijpen op. Zijn pijpen worden er korter van, dat kun je nameten, en zijn benen lijken er langer van, maar dat kun je niet meten. Neef weet dat, maar vindt dat je het eigenlijk wel zou moeten kunnen meten, want als iets zo lijkt, waarom zou het dan niet zo zijn? Is iets alleen zo omdat het zo is, of kan het ook zo zijn omdat het zo lijkt? Hij zal eens aan Moeder of anders aan zijn Juf vragen hoe het zit. En als die er, geheel naar Neef zijn verwachting, niet uitkomen, is het een Belangrijke Kwestie voor Het Hoofd. En dan is er nog de vraag hoe Neef zijn fijne fiets er een beetje uit kan laten zien als de motor van die Grote Jongen. Zodat het ook zo’n motor wordt.

Neef Wim houdt van kleine dingen. Ze nemen weinig ruimte in van de rest van de wereld en je kunt ze meestal met de hand van een van beide armen optillen. Als je de ene kant goed hebt bekeken, kun je ze gemakkelijk andersom houden. Neef weet dat bijna alles ook een andere kant heeft. Grote dingen natuurlijk ook, maar dan moet je vaak een heel eind omlopen om die andere kant te kunnen zien. Neef Wim ziet vaak dat er door veel grote dingen minder ruimte is voor kleine, hoewel de ruimtes tussen grote dingen vaak worden opgevuld door kleine dingen, vooral als de grote dingen niet precies in elkaar passen.